De lucht trilde, figuurlijk dan, want het nieuws sloeg in als een mokerslag: de VS hebben drie nucleaire complexen in Iran gebombardeerd.
Geen waarschuwing, geen diplomatie. Gewoon: doelwitten selecteren, bommen droppen, klaar. Fordo was het belangrijkste doelwit – dat zwaar versterkte ondergrondse lab waar Iran al jaren stiekem aan uranium zit te rommelen. En ja, ook Isfahan en Natanz moesten eraan geloven.
Trump kon zijn vreugde nauwelijks onderdrukken. Tijdens een persmoment noemde hij de aanval “zeer succesvol”. En alsof het een videogame betrof, gooide hij eruit: “Fordo is weg.”
Klinkt stoer, en misschien is het dat ook, maar de boodschap is duidelijk: Amerika wil laten zien wie de grootste heeft. De president benadrukte ook dat alle toestellen veilig zijn teruggekeerd. Geen slachtoffers aan Amerikaanse zijde, dus dikke winst in de ogen van het Witte Huis.
Iran reageerde zoals je zou verwachten: woedend en tegelijk stoïcijns. Ze erkenden de aanvallen, maar deden alsof het allemaal wel meeviel.
“Fordo is beschadigd, maar nog niet verloren,” liet een Iraanse woordvoerder weten. En de andere locaties? Daar zou het werk gewoon doorgaan. Geloof het of niet – of beter: neem het met een flinke korrel zout. Iran moet natuurlijk doen alsof ze niet geraakt zijn, al weten ze zelf ook wel beter.
En wie keek er stiekem glimlachend mee vanaf de zijlijn? Israël. Voor hen is dit een buitenkansje. Het land schreeuwt al jaren dat Iran moet worden aangepakt, maar het ontbreekt ze simpelweg aan de middelen om zelf écht door te pakken.
Zeker als het gaat om Fordo, dat tientallen meters onder de grond ligt. Daar kom je niet met een paar raketten of een F-16. Daar heb je de Amerikaanse B-2 voor nodig – een stealthbomwerper met de kracht om bunkerbrekers precies te droppen waar het pijn doet.
Volgens Fox News zijn er bij deze aanval zes van die zogenaamde ‘Massive Ordnance Penetrators’ gebruikt. Geen kernkoppen, maar wel de zwaarste conventionele bommen die de VS in de kast heeft liggen. Serieus spul, ontworpen om door meters beton en staal te beuken alsof het papier is. En als er één plek is waar dat nodig is, dan is het wel bij Fordo.
De grote vraag is natuurlijk: wat nu? Iran zal dit niet zomaar slikken. Maar open oorlog? Die zit er voorlopig nog niet in. Dit lijkt eerder een signaal: kijk uit, we weten waar je mee bezig bent – en we kunnen je raken, waar je ook zit. Washington wil Iran onder druk zetten, en ze doen dat met raketten in plaats van woorden.
Ondertussen houdt de rest van de wereld de adem in. Want hoewel iedereen doet alsof het business as usual is, weet iedereen ook: dit soort acties hebben gevolgen.
Er is iets kapotgeschoten, ja – maar misschien niet alleen in Iran. Misschien ook in het wankele evenwicht dat nog een beetje vrede heet.