Nederlanders en Italianen wonen allebei in Europa, maar verder lijkt het soms alsof ze van verschillende planeten komen. Waar wij van duidelijkheid, snelheid en recht voor z’n raap houden, draait het in Italië vaak om sfeer, spontaniteit en sociale finesse.
Als je in Italië woont of er vaak komt, loop je gegarandeerd tegen deze verschillen aan. Sommige zijn grappig, andere frustrerend — maar allemaal typisch. Dit zijn de grootste cultuurverschillen tussen Nederlanders en Italianen, zodat je weet waar je aan toe bent (of juist niet).
1. Direct vs. diplomatiek
Nederlanders zeggen wat ze denken. Kort, duidelijk, soms bot. Italianen draaien liever om de hete brij heen — met flair, een glimlach en een beetje theater.
Voorbeeld:
– Nederlander: “Ik wil een cappuccino.”
– Italiaan: “Scusi, zou ik misschien een cappuccino mogen, als het niet te veel moeite is?” (om 10:59, want daarna is het not done)
2. Punctueel vs. flexibel met tijd
Nederlanders komen op de minuut. Italianen? Die hebben een soepelere relatie met tijd. Een afspraak om 10 uur betekent: ergens tussen 10:10 en 10:40 is ook prima.
Bij vergaderingen of etentjes:
– Nederlanders: “Waar blijft hij nou?”
– Italianen: “Hij komt zo, geen stress. Eerst nog even koffie.”
3. Regels zijn regels vs. regels zijn suggesties
Nederlanders houden van orde en duidelijkheid. Italianen zien regels vaker als richtlijnen. Parkeren op de stoep? Kan best. Rode stoplicht? Alleen als er politie in de buurt is.
Pro tip: blijf kalm. Je verandert het niet. Leer ermee leven — of lach erom.
4. Eten = functioneel vs. eten = ritueel
In Nederland is eten: brandstof. In Italië is eten: heilig. Je eet met aandacht, samen, aan tafel. Geen boterham achter je laptop of ontbijt in de trein.
Eetregels (ja, echt):
– Geen cappuccino na 11 uur
– Geen kaas over vis
– Geen spaghetti snijden
– Geen water met prik bij de wijn
Breek deze regels, en je krijgt een opgetrokken wenkbrauw of een meewarige glimlach.
5. Praten vs. praten mét je hele lijf
Italianen praten niet alleen met hun mond, maar ook met hun handen, wenkbrauwen, schouders en voeten. Stilte is ongemakkelijk. Nederlanders houden van rust, Italianen van geluid.
Verwacht dus: gesprekken die overlappen, roepen aan de telefoon, omhelzingen, kussen en veel beweging. En nee, ze zijn niet boos — ze zijn gewoon Italiaans.
6. Geld en werk: nuchter vs. dramatisch
Nederlanders praten graag over hypotheekrente, pensioenopbouw en “je moet toch wat achter de hand hebben.” Italianen leven meer in het moment. Werk is belangrijk, maar het leven zelf staat centraal.
Wat opvalt:
– Italianen zijn trots op vakmanschap, niet op een dik cv
– Sparen? Wordt minder fanatiek gedaan
– “Ik heb geen geld” betekent: deze maand geen wijn, geen stress
7. Planning vs. spontaniteit
Nederlanders plannen alles: vakantie in januari, diner met vrienden drie weken van tevoren. Italianen? Die besluiten om 17:30 ineens te gaan eten met z’n allen — en dat werkt gewoon.
Verwacht dus: last-minute plannen, verschuivende afspraken en onverwachte etentjes die uren duren. En dat is heerlijk, als je het los kunt laten.
8. Wonen en huishouden
Nederlanders zijn dol op strak, minimalistisch en opgeruimd. Italianen? Meer flair, kleur, familieportretten en een wandklok met engeltjes.
In huis:
– Schoonmaken is een kunstvorm
– De was hangt op het balkon
– Elke moeder heeft haar eigen schoonmaakmiddelen die “de enige zijn die echt werken”
9. Privacy vs. betrokkenheid
Nederlanders houden hun buren graag op afstand. Italianen bemoeien zich overal mee. Maar niet uit nieuwsgierigheid — uit zorg.
Je krijgt dus:
– Buurvrouwen die vragen waarom je zó laat nog buiten bent
– Nonna’s die je kind een jas willen aantrekken
– Mensen die je aanspreken op straat als je gezicht moe staat
10. Klagen vs. genieten
Nederlanders klagen graag: over het weer, de overheid, de NS. Italianen ook, maar vaak met een glimlach. En daarna gaan ze gewoon verder met koffie, zon en een bord pasta. La dolce vita is geen cliché — het is een levensstijl.
Nederlanders en Italianen zijn verschillend, maar juist dat maakt het interessant. De truc? Niet alles willen begrijpen of veranderen — maar meebewegen met het ritme van Italië. En ja, soms kost dat je een beetje controle. Maar je krijgt er flair, smaak en een beter humeur voor terug.