Pizza eten in Italië klinkt simpel: je loopt een pizzeria binnen, bestelt een margherita en bent in de hemel. Maar helaas… niet elke pizzeria in Italië is goed. Zeker in toeristische steden zijn er zat tenten waar je diepvriespizza op een bord krijgt voor €12,50 — inclusief plastic tafellaken en menukaart in vijf talen.
Dus: hoe herken je nou een echte, goede pizzeria — eentje waar de locals ook komen en waar je pizza eet zoals ‘ie bedoeld is?
Hier zijn je richtlijnen. Onthoud ze. En je eet nooit meer slechte pizza in Italië.
1. Kijk naar het menu
Een goede pizzeria heeft een kort en duidelijk menu. Geen 40 verschillende pizza’s met ananas, kebab of kipkerriesaus. De klassiekers zijn genoeg: margherita, marinara, diavola, prosciutto, quattro formaggi.
Let op:
Als er pizza Hawaï op staat… doorlopen.
Als het menu in vijf talen is vertaald met foto’s erbij… ook doorlopen.
Staat er “forno a legna” (houtoven) op het raam? Blijven.
2. Kijk naar de prijs
Een goede pizza in Italië hoeft niet duur te zijn. Een echte margherita kost meestal tussen de €4 en €8. Als de prijzen hoger zijn, check dan of het echt ambachtelijk is — of gewoon een toeristenval.
Te goedkoop (onder €3)? Dan zit je waarschijnlijk aan een magnetronversie.
Te duur (boven €12 voor een simpele pizza)? Dan betaal je voor de locatie, niet voor de kwaliteit.
3. Kijk naar de oven
De beste pizza’s komen uit een houtgestookte oven. Vaak zie je ‘m al achterin de zaak — groot, rond, en heet. Daar wil je je pizza vandaan.
Geen oven te zien? Vraag het, of check op de kaart of ze “forno elettrico” gebruiken (elektrische oven). Kan prima zijn, maar houtvuur is gewoon beter.

4. Kijk naar de korst
Als je even een pizza van een andere tafel ziet, let dan op de rand (de korst). Bij een Napolitaanse pizza is die hoog, luchtig, lichtbruin geblakerd en een beetje chewy. Niet taai, niet droog, niet uitgedroogd als karton.
Dunne korst + grote luchtige rand = goed teken
Dikke spons of plat brood = alarmbellen
5. Kijk naar de mensen binnen
Zitten er alleen toeristen met camera’s en petjes, dan weet je genoeg. Maar zie je lokale gezinnen, bouwvakkers of studenten eten aan een tafel met een fles water en wat bier? Dan zit je goed.
Beste test: als er een rij locals voor de deur staat om 20:00, wacht dan gerust. Dat is een goed teken. In Italië zijn ze kieskeurig met pizza — en terecht.
6. Let op de openingstijden
Goede pizzeria’s zijn vaak alleen ’s avonds open. Pizza is in Italië een avondmaaltijd, niet iets voor de lunch. Tenzij je bij een pizzabakker bent die al taglio (per stuk) verkoopt — dat is weer een ander verhaal.
Pizzeria open om 12:00 met grote rode parasols? Toeristenfuik.
Pizzeria die pas om 19:00 open gaat en volloopt met locals? Bingo.
7. Kijk hoe ze hem snijden
In Italië snijden ze pizza meestal niet voor je. Je krijgt je pizza heel, met mes en vork, en je regelt het zelf. Wordt je pizza wél voorgesneden, vooral in vierkantjes of met zo’n gekke rolmes-patroon? Grote kans dat je niet bij de echte zit.
Tip: pizza per stuk (al taglio) mag natuurlijk wél voorgesneden zijn — dat hoort zo.
8. Kijk naar de ingrediënten
De toppings zeggen veel over de kwaliteit. Goede pizzeria’s gebruiken buffelmozzarella, San Marzano-tomaten, lokale worst, verse basilicum. Niet van die voorverpakte plastic rommel of dikke plakken ham uit een pakje.
Als de mozzarella natte plassen vormt of rubber is? Slechte zaak.
Als de tomatensaus zuur smaakt? Waarschijnlijk uit blik.
Tot slot
Een goede pizzeria herken je niet aan de lichtjes of het uitzicht, maar aan de details. De oven, het menu, de mensen die er eten, de geur die je ruikt als je binnenloopt.
Gebruik je zintuigen. Vertrouw op je instinct. En onthoud: in Italië hoef je nooit genoegen te nemen met een slechte pizza. Er is altijd een betere om de hoek.