Italië is geen land. Italië is een wijngaard. Van de Alpen tot Sicilië groeit er druif aan de stok, en elke regio heeft z’n eigen smaak, traditie en temperament. Het mooie? De wijn is hier niet alleen drinken, maar cultuur. Elke fles vertelt een verhaal — van bodem tot boer tot bar.
Of je nou een stevige rode zoekt of een frisse witte, je vindt het allemaal in Italië. Hier zijn de beste wijnstreken, wat je er kunt drinken én waarom je er eigenlijk gewoon zelf heen moet.
Chianti – Toscane
Bekend van: Chianti Classico
Druif: Sangiovese
Smaak: fris rood fruit, kersen, kruidig, met wat tannines
Chianti is misschien wel de beroemdste wijnregio van Italië. Glooiende heuvels, cipressen, oude boerderijen en overal wijnranken. Je vindt er simpele tafelwijnen én topwijnen met het zwarte haantje op de fles (Gallo Nero). Rijdt tussen Florence en Siena, proef in een fattoria en neem een kistje mee naar huis.
Pro tip: Chianti Classico Riserva – net wat ouder en voller.
Barolo – Piëmont
Bekend van: Barolo, de ‘koning van de wijn’
Druif: Nebbiolo
Smaak: krachtig, complex, aards, rijp rood fruit, veel structuur
Barolo is geen wijn voor watjes. Deze robuuste rode moet je even laten ademen, maar dan krijg je er iets groots voor terug. De streek zelf is adembenemend: heuvels met mist, truffels in de grond en dorpen waar tijd stilstaat.
Ook top hier: Barbaresco (zelfde druif, iets toegankelijker) en Dolcetto (lichter rood).
Valpolicella – Veneto
Bekend van: Amarone en Ripasso
Druif: Corvina, Rondinella
Smaak: van fris rood (Valpolicella Classico) tot zwaar, rozijnachtig en rijk (Amarone)
In Valpolicella speelt drogen van druiven een grote rol. Amarone wordt gemaakt van ingedroogde druiven: zwaar, complex en perfect voor stevige maaltijden. De Ripasso zit ertussenin — lekker krachtig zonder meteen een blok beton in je glas.
Pro tip: proef bij kleinere producenten buiten de stad Verona.
Montalcino – Toscane
Bekend van: Brunello di Montalcino
Druif: 100% Sangiovese
Smaak: rijk, vol, donker fruit, kruidig, met veel bewaarpotentieel
Brunello is de topklasse van Toscane. Wordt minimaal vijf jaar gerijpt voor het op de markt komt. Niet goedkoop, maar wél iets voor een speciale avond. De stad Montalcino zelf is klein, charmant en vol wijnhuizen die je welkom heten.
Niet vergeten: Rosso di Montalcino – het jongere broertje, goedkoper en soepeler.
Etna – Sicilië
Bekend van: Etna Rosso en Etna Bianco
Druif: Nerello Mascalese (rood), Carricante (wit)
Smaak: mineraal, aards, elegant — net als Bourgogne, maar dan met vulkaan
De wijn groeit hier letterlijk op vulkaangrond. Je proeft rook, steen en zon in je glas. Verfijnd en spannend. Perfect voor wie iets nieuws zoekt.
Waarom gaan? Omdat je nergens anders wijn drinkt met uitzicht op een actieve vulkaan.
Soave – Veneto
Bekend van: Soave Classico
Druif: Garganega
Smaak: fris, bloemig, lichte amandeltoets
Soave is de witte verrassing van Noord-Italië. De standaardflessen zijn prima, maar de Classico’s van de heuvels zijn pas echt interessant. Ideaal bij vis, pasta of op een zonnig terras.
Ook leuk: prosecco komt hier vlakbij vandaan — dus blijf nog een dagje hangen.
Langhe – Piëmont
Bekend van: alles tussen Barolo en Barbaresco
Druif: Nebbiolo, Barbera, Dolcetto
Smaak: van elegant tot stevig, maar altijd met karakter
Langhe is het hart van Piemonte. De wijnen zijn groots, de keuken rijk (denk: truffel, hazelnoten, stoofvlees) en de sfeer relaxed. Elke heuveltop heeft een dorp met wijn.
Pro tip: Barbera d’Alba – soepel, sappig rood dat perfect past bij pasta met ragu.
Trentino-Alto Adige
Bekend van: frisse witte wijnen en lichte rode
Druif: Pinot Grigio, Gewürztraminer, Lagrein
Smaak: mineraal, fris, vaak met alpine-karakter
Hier maken ze wijn tussen de bergen. Koel klimaat, veel zon = perfecte druiven. De wijnen zijn zuiver, strak en super bij eten. Vooral wit scoort hier goed, maar probeer ook de rode Lagrein of Schiava.
Beste moment: lunchen met uitzicht op de Dolomieten, glas witte wijn erbij. Meer heb je niet nodig.
Tot slot
Italië heeft niet één topstreek — het hééft ze allemaal. Elke regio heeft zijn eigen druiven, klimaat en karakter. Of je nou houdt van zwaar rood, lichte bubbel of frisse wit: er is altijd wel een wijngebied dat je bijblijft.
En het mooiste? Overal kun je proeven, zonder reservering, bij mensen die met passie hun verhaal vertellen. Dat is Italië. Niet alleen een land om te drinken, maar om te beleven.