Terwijl de rest van Europa razendsnel overschakelt op digitaal betalen, blijft Oostenrijk opvallend gehecht aan contant geld. Waar in Nederland de pinautomaten verdwijnen en zelfs de kleinste ondernemers QR-codes tonen, haalt in Oostenrijk nog altijd meer dan zestig procent van de bevolking de portemonnee tevoorschijn.
Daar rinkelen de munten nog in cafés, en gaat bij de bakker het wisselgeld gewoon van hand tot hand. Het roept de vraag op waarom juist dit land vasthoudt aan papier en metaal, terwijl de rest van het continent zich haast richting een cashloze toekomst. Wat ligt er onder die voorkeur, en wat zegt dat over hoe wij allemaal met geld omgaan?
Cash als symbool van vertrouwen en zekerheid
Contant geld heeft in Oostenrijk een betekenis die verder reikt dan het praktische. Het vertegenwoordigt iets vertrouwds, iets tastbaars dat niet zomaar verdwijnt als het systeem hapert. Voor veel inwoners, zeker voor ouderen, is een stapeltje biljetten een bron van rust.
Ze weten wat ze hebben, ze zien het liggen, ze voelen het gewicht. Dat gevoel van overzicht en zekerheid blijkt moeilijk te vervangen door cijfers op een scherm. Een bankapp kan laten zien hoeveel er op de rekening staat, maar ze geeft geen houvast in dezelfde zin als een briefje van vijftig in je hand.
Daar speelt ook een psychologische dimensie mee. Wie geld uitgeeft dat hij letterlijk ziet verdwijnen, denkt twee keer na voordat hij betaalt. De fysieke handeling van iets overhandigen maakt de waarde concreet. Een contactloze betaling, hoe handig ook, voelt minder als een bewuste handeling en meer als een routine.
Het verschil lijkt klein, maar het beïnvloedt gedrag. Onderzoekers merken dat mensen die vaker digitaal betalen, sneller geneigd zijn tot impulsaankopen. Een tik met de telefoon doet geen pijn, terwijl het tellen van biljetten net dat moment van reflectie geeft.
Bewust omgaan met geld
Voor veel Oostenrijkers is contant betalen geen kwestie van nostalgie, maar van bewust omgaan met geld. Een portemonnee laat onmiddellijk zien wat er nog over is, zonder dat er een scherm of wachtwoord aan te pas komt.
Dat eenvoudige overzicht helpt om uitgaven beter te beheersen. Zeker in tijden waarin prijzen stijgen en het leven duurder wordt, zoeken mensen manieren om grip te houden op hun budget. Cash wordt dan een vorm van bescherming, niet alleen tegen verleiding, maar ook tegen de onrust die inflatie met zich meebrengt.
Economisch gezien is dat niet onlogisch. Verschillende studies tonen aan dat mensen die met contant geld betalen, minder snel geneigd zijn hun limiet te overschrijden. De fysieke grens van wat er in de portemonnee zit, maakt het makkelijker om realistisch te blijven.
Wie uitsluitend digitaal betaalt, verliest sneller het gevoel van waarde. In die zin is contant geld voor veel Oostenrijkers niet ouderwets, maar juist verstandig.

Privacy: vrijheid zonder digitale sporen
Daarnaast speelt privacy een rol die moeilijk te overschatten is. Contant betalen betekent dat er geen digitaal spoor ontstaat. Geen bank die registreert wat je koopt, geen techbedrijf dat profielen opbouwt, geen overheid die meekijkt.
In een tijd waarin dataverzameling alomtegenwoordig is, biedt cash een zeldzaam gevoel van anonimiteit. Voor veel Oostenrijkers is dat niet zomaar een praktisch voordeel, maar een principiële kwestie. Ze zien geld als iets persoonlijks, iets dat niet gekoppeld hoort te worden aan een digitale identiteit.
Dat wantrouwen richting digitalisering heeft wortels in de geschiedenis. Oostenrijk kent, net als Duitsland, een lange traditie van voorzichtigheid als het gaat om toezicht en controle. De herinnering aan periodes waarin persoonlijke vrijheid onder druk stond, werkt door in de manier waarop mensen naar technologie kijken.
Het idee dat elke betaling kan worden gevolgd, voelt voor velen als een stap richting afhankelijkheid. Cash is dan niet alleen een betaalmiddel, maar ook een symbool van vrijheid – een laatste stukje autonomie in een wereld waar bijna alles meetbaar is geworden.
Platteland houdt cash in leven
Wie het land doorkruist, merkt dat vooral buiten de steden contant geld nog springlevend is. In bergdorpen en op boerenmarkten prijkt vaak een eenvoudig bordje met de woorden “Nur Bargeld”. Niet uit koppigheid, maar uit gewoonte en noodzaak.
In afgelegen gebieden is de verbinding niet altijd stabiel, en storingen in het digitale netwerk zijn geen uitzondering.
Daar blijft contant geld de enige betrouwbare manier van betalen. Het is het vangnet dat blijft functioneren als alles even stilvalt. Die praktische kant maakt het systeem veerkrachtig, en dat besef versterkt het vertrouwen in het oude betaalmiddel.
Zelfs jonge ondernemers op het Oostenrijkse platteland kiezen er geregeld voor om contant te blijven werken. Niet omdat ze technologie wantrouwen, maar omdat ze weten dat betrouwbaarheid belangrijker is dan snelheid. Als een betaalterminal uitvalt, kan de verkoop gewoon doorgaan. Dat soort kleine zekerheden houdt de waardering voor cash levend.
Kritiek op digitale afhankelijkheid
Tegelijk groeit er in Oostenrijk een bredere maatschappelijke discussie over digitale afhankelijkheid. Steeds meer mensen vragen zich af of het verdwijnen van contant geld niet te veel macht in handen legt van banken en technologiebedrijven.
Wanneer betalingen uitsluitend via digitale kanalen verlopen, is er geen alternatief als een rekening wordt geblokkeerd of als een systeem crasht. De afhankelijkheid van infrastructuur en algoritmen maakt burgers kwetsbaar. Dat inzicht geeft contant geld een nieuwe lading: niet als teken van ouderwetsheid, maar als waarborg voor autonomie.
De Oostenrijkse overheid heeft dat sentiment niet genegeerd. In 2024 werd wettelijk vastgelegd dat contant geld altijd beschikbaar moet blijven.
Banken en winkels mogen het niet volledig weren, en er moeten voldoende geldautomaten zijn, ook in landelijke gebieden. Die maatregel kwam er niet uit romantiek, maar uit het besef dat keuzevrijheid een essentieel onderdeel vormt van vertrouwen in het financiële systeem.
Nederland als tegenpool
Het contrast met Nederland is groot. Hier verdwijnt contant geld in hoog tempo uit het straatbeeld. Winkels hangen bordjes op dat ze geen cash meer aannemen, geldautomaten worden samengevoegd of verwijderd, en contactloos betalen is de norm.
Voor velen is dat een zegen van gemak, maar er ontstaat ook een groeiende groep die zich buitengesloten voelt. Ouderen, mensen zonder smartphone of zonder toegang tot digitale diensten, ervaren dat ze steeds minder mogelijkheden hebben om hun geld te beheren op hun eigen manier.
Daar komt bij dat het gemak van digitaal betalen een keerzijde heeft. Gegevens worden opgeslagen, geanalyseerd en soms gedeeld met derde partijen.
Het maakt ons betaalgedrag transparant op manieren die we vaak niet doorhebben. Een patroon van aankopen zegt veel over wie iemand is, waar hij komt en wat hij belangrijk vindt. Wat in eerste instantie als onschuldige data lijkt, kan later gebruikt worden voor commerciële of zelfs politieke doeleinden.
Het belang van keuzevrijheid
Oostenrijk laat zien dat er een alternatief bestaat, niet door digitalisering af te wijzen, maar door ruimte te houden voor beide vormen. Een samenleving die het recht op cash waarborgt, geeft haar burgers de vrijheid om zelf te bepalen hoe zij hun geld beheren. Die vrijheid is meer dan gemak; ze raakt aan waardigheid en vertrouwen.
Door contant geld in stand te houden, blijft het financiële systeem toegankelijk voor iedereen. De student die liever met briefjes betaalt, de boer op de markt zonder pinapparaat, de oudere die geen smartphone heeft — ze kunnen allemaal blijven deelnemen aan het economisch verkeer. Dat gevoel van inclusie is onmisbaar voor een samenleving die zichzelf rechtvaardig wil noemen.
Een blik op de toekomst
De toekomst van betalen lijkt daarom niet zwart-wit. Digitaal zal onvermijdelijk groeien, met nieuwe technieken, apps en vormen van instant-betaling. Maar dat hoeft niet te betekenen dat cash verdwijnt. Oostenrijk bewijst dat traditie en technologie naast elkaar kunnen bestaan, zolang er respect is voor keuze.
Misschien herinnert dat ons aan iets wat in de haast van modernisering gemakkelijk vergeten wordt: geld is niet alleen een middel om te betalen, maar ook een manier om je relatie met de wereld vorm te geven.
Wie contant betaalt, maakt contact, letterlijk. Wie digitaal betaalt, vertrouwt op systemen die hij niet ziet. Beide vormen hebben hun waarde, zolang we zelf kunnen beslissen welke we gebruiken.
In een tijd waarin snelheid vaak belangrijker lijkt dan begrip, toont Oostenrijk een andere benadering: die van rust, overzicht en vrijheid. Misschien is dat ouderwets, maar misschien is het juist vooruitziend. Want pas wanneer mensen werkelijk kunnen kiezen hoe ze betalen, is er sprake van echte vrijheid.
Wat denk jij? Moet contant geld in Nederland dezelfde wettelijke bescherming krijgen als in Oostenrijk, of hoort het verleden daar te blijven?






