Ouders boos, wijk boos, politie machteloos
De bewoners van Hanevoet zijn het spuugzat. De politie krijgt dagelijks meldingen binnen, maar het is moeilijk om iemand op heterdaad te betrappen. Tegen de tijd dat agenten aankomen, zijn de daders alweer verdwenen — met hun video’s veilig op TikTok of Snapchat. En ja, die beelden helpen soms bij opsporing, maar de schade is dan al aangericht.
Een bewoner vertelt dat het al weken speelt. “Elke avond is het raak. Eerst denk je: ach, een grap. Tot je raam aan diggelen ligt en je kinderen niet meer durven slapen.” De buurtapp explodeert van de waarschuwingen, en veel bewoners hebben inmiddels beveiligingscamera’s opgehangen. Anderen zeggen gekscherend dat het tijd is om het Korps Mariniers maar in te zetten, want “de politie is er alleen nog om de scherven op te ruimen.”
TikTok als brandstof voor ellende
De reden achter de trend is net zo dom als voorspelbaar: online aandacht. Hoe harder het knalt, hoe beter het scoort. Jongeren filmen zichzelf, zetten er een stoer muziekje onder, en klaar is kees. Binnen no-time hebben ze duizenden views, maar nul respect over.
Het probleem? Het werkt aanstekelijk. Wat begint bij één video, wordt overgenomen door anderen. En zo verspreidt het zich als een plaag door meerdere steden. De politie spreekt van een zorgwekkende ontwikkeling, omdat de grenzen tussen grap en misdrijf steeds vager worden.
Een wijkagent zegt: “We merken dat jongeren dit gedrag niet meer als ‘erg’ zien. Ze willen viral gaan, ongeacht de gevolgen. Ze beseffen niet dat ze strafbaar zijn.” En dat is precies het probleem: opvoeding is vervangen door algoritmes.
Van “Eindhoven de gekste” naar “Eindhoven de domste”
Er was een tijd dat Eindhoven trots was op zijn slogan. De gekste stad, vol innovatie, gezelligheid en een vleugje bravoure. Maar dit soort fratsen geven die naam een compleet andere lading. Het heeft niks meer te maken met humor of lef. Dit is gewoon destructief gedrag.
En eerlijk: wat is hier nog leuk aan? De mensen die het doen, zijn zelf waarschijnlijk nog te jong om te beseffen wat ze aanrichten. Maar ze zorgen er wél voor dat hele wijken zich onveilig voelen. Ouderen die ’s avonds niet meer open durven doen, gezinnen die hun ramen extra barricaderen — dat is niet “gek”, dat is triest.
De vergelijking met vroeger wordt vaak gemaakt: “Ja maar, wij haalden ook wel eens streken uit.” Klopt. Alleen brandden wij geen huizen af met onze grappen. Het verschil zit ’m in respect — iets wat bij deze generatie lijkt te zijn vervangen door “bekijk mijn video.”

Waar zijn de ouders?
Het is een cliché, maar toch terecht: waar zijn de ouders van deze kids? Weten ze dat hun zoon of dochter ‘s avonds stenen gooit naar willekeurige huizen? Of zien ze het als onschuldige TikTokpret?
Er zijn geluiden dat scholen nu zelfs waarschuwingen sturen naar ouders, omdat het gedrag zich verspreidt. In sommige gevallen zijn jongeren al geïdentificeerd dankzij camerabeelden. Er wordt gesproken over schadeclaims, taakstraffen en zelfs strafrechtelijke vervolging. Misschien dat dát pas echt indruk maakt.
Want als er één ding is dat deze generatie nog begrijpt, is het wanneer hun telefoon wordt ingenomen of hun TikTok-account wordt geblokkeerd.
Tijd voor ouderwetse aanpak
Misschien is het inderdaad tijd om, zoals sommige bewoners zeggen, het Korps Mariniers door de wijk te laten marcheren — al is het maar symbolisch. Even laten zien dat gedrag consequenties heeft. Niet met een like, maar met een stevige boete of een dagje cellucht.
Want eerlijk is eerlijk: als je belletjetrekken vertaalt naar “deuren intrappen en stenen gooien”, dan ben je niet stoer, maar gewoon een randdebiel met te veel vrije tijd.






