Het begon als een doordeweekse avond, maar de straat veranderde binnen no time in een filmset. Geen Hollywood, meer de rauwe B-filmvariant. Jongeren – luid, driftig, doordrenkt van bravoure – hingen rond alsof het hun eigen festival was. De lucht trilde van gescheld, gejoel en dat nerveuze soort gelach dat net iets te lang aanhoudt.

En nee, het bleef niet bij stoere praat. Een paar klommen doodleuk bovenop de politiewagens, alsof het glijbanen waren in de speeltuin. Armen gespreid, grijnzend, midden op het dak – provocerend tot op het bot. Smartphones in de aanslag. Alles moest online. Alles moest gezien worden.
Agenten stonden erbij alsof ze tussen twee werelden stonden: één met regels, de ander compleet losgeslagen. Fluitjes, megafoons, niks hielp. Het was kat en muis, maar dan zonder kat – of beter: zonder muis die zich nog druk maakte. Sommige jongens gooiden blikken cola, anderen woorden die harder binnenkwamen dan steen.
De sfeer? Ronduit giftig. Geen grip, geen respect, alleen maar bliksemsnelle confrontatie. Alsof elke seconde op het punt stond om uit te monden in iets groters. De woede in hun ogen sprak boekdelen, en dat was geen onschuldige puberfrustratie meer.
Was het balorigheid? Opgekropte woede? Of gewoon een collectieve ‘fuck it’? Niemand wist het precies. Maar één ding was zeker: dit was geen gewone hangavond meer – dit was een vonk in een poedervat.
Bekijk de beelden hieronder: