Als je aan Italië denkt, denk je waarschijnlijk aan espresso, prosecco of een goed glas rode wijn bij een bord pasta. Logisch. Maar wist je dat Italië een hele wereld aan traditionele drankjes kent die de meeste mensen compleet zijn vergeten? Drankjes die al generaties lang worden geschonken in dorpscafés, op pleinen in de schaduw van een olijfboom of na het eten bij nonna thuis. Vandaag duik ik in die wereld. Geen commerciële zooi, geen hippe cocktails. Gewoon: Italië zoals het ooit was – in vloeibare vorm.
Chinotto – het bittere broertje van cola
Laten we beginnen met chinotto, een donkerbruine frisdrank die er op het eerste gezicht uitziet als cola, maar daar houdt de vergelijking ook wel op. Chinotto is bitter, kruidig, bijna medicinaal van smaak. Het wordt gemaakt van de vrucht van de chinottoboom – een soort bittere sinaasappel – en bestaat al sinds de jaren ’30. Italianen drinken het graag als aperitief, vaak met een schijfje citroen erin. Buiten Italië snapt bijna niemand wat je ermee moet, maar dat maakt het nou juist zo leuk.
Wat mij betreft is chinotto de underdog van de Italiaanse frisdranken. Als je dapper genoeg bent om het te proberen, is de kans groot dat je hem óf fantastisch vindt óf totaal niks. Maar saai is het nooit.
Amaro – bitter maar briljant
En dan heb je amaro. Misschien de meest Italiaanse drank die er is. De naam betekent letterlijk ‘bitter’, en dat zegt alles. Amaro is geen merk, het is een categorie. Elke regio – nee, elk dorp – heeft zijn eigen versie. En geloof me: Italianen zijn er trots op. Het is een kruidenlikeur die je drinkt na het eten om de spijsvertering te helpen, al verdenk ik sommige nonno’s ervan dat ze het gewoon lekker vinden.
De bekendste zijn Amaro Averna, Amaro Montenegro en Fernet-Branca (die laatste is snoeihard, pas op). Maar ook kleinere namen als Amaro del Capo of Lucano zijn het proberen waard. Verwacht smaken van sinaasappelschil, gentiaanwortel, mirre, kamille en nog twintig dingen die je niet kunt thuisbrengen. Klinkt als een toverdrank? Is het ook.
Tip: drink amaro niet als shot. Dit is geen tequila-avond. Drink het langzaam, op kamertemperatuur of met een ijsblokje, en voel hoe je maag er een klein dansje van doet.
Crodino – alcoholvrij maar niet kinderachtig
Zin in een aperitief maar geen zin in alcohol? Dan is Crodino jouw beste vriend. Dit feloranje drankje zit in kleine flesjes en smaakt als een bitterzoete mix van sinaasappel, kruiden en een hint van karamel. Je drinkt het met ijs en een schijfje sinaasappel, en voor je het weet waan je je op een terrasje in Turijn.
Het fijne van Crodino is dat het serieus genomen wordt. Het is geen kinderdrankje of een laffe vervanger. In Italië is het net zo normaal als een Aperol Spritz, alleen dan zonder de kater. En ja: je vindt het gewoon bij sommige Nederlandse supermarkten. Doe er je voordeel mee.
Sambuca – love it or hate it
Je hebt mensen die Sambuca geweldig vinden, en mensen die het verafschuwen. Er is geen middenweg. Deze heldere anijsdrank – vaak met drie koffiebonen erin – wordt meestal na het eten gedronken. Die koffiebonen staan symbool voor gezondheid, geluk en voorspoed. Of dat echt zo werkt weet ik niet, maar het is een mooie gedachte.
Zelf drink ik Sambuca het liefst als ‘corretto’, dus een scheutje in een sterke espresso. Dat is Italië in een notendop: koffie en alcohol in één slok, omdat er geen tijd te verliezen is.
Mirto – de smaak van Sardinië
Ben je ooit op Sardinië geweest? Dan heb je vast mirto gezien of geproefd. Deze likeur wordt gemaakt van mirtebessen – kleine, donkerpaarse vruchtjes die op het eiland overal groeien. De smaak is kruidig, zoetig en uniek. Het is een beetje alsof je de wilde natuur van Sardinië in je glas hebt.
Mirto wordt vaak ijskoud geserveerd en is perfect na een stevige maaltijd. En geloof me: Sardijnen eten stevig. Als je dus ooit wordt uitgenodigd bij een Sardijnse familie en je krijgt mirto aangeboden… weiger dan niet. Dat is bijna een belediging.
Punt e Mes – voor wie echt durft
Voor de gevorderde drinker: Punt e Mes. Deze vermout uit Turijn is een mix van zoet en bitter, met een flinke herbal kick. De naam betekent letterlijk “een punt en een half”, waarmee bedoeld wordt: één deel zoet, een half deel bitter. Het smaakt een beetje als iemand die een klassieke rode vermout heeft laten vallen in een glas met angostura bitters. Pittig spul, maar lekker als je het aandurft.
Punt e Mes is trouwens ook een geheime kracht in cocktails. Doe er eens wat van in een Negroni in plaats van de standaard vermout en je hebt een twist waar zelfs de barman van onder de indruk is.
Waarom deze vergeten dranken de moeite waard zijn
Wat ik probeer te zeggen: Italië is zoveel meer dan prosecco en limoncello. Natuurlijk, die zijn lekker en horen erbij. Maar als je echt wilt proeven wat Italië is – rauw, echt, traditioneel – dan moet je je mond openzetten voor deze vergeten pareltjes.
Want deze dranken vertellen een verhaal. Over regio’s, over oude recepten, over grootvaders die hun eigen amaro maken met geheimzinnige kruiden uit de tuin. Ze zijn soms bitter, soms kruidig, soms vreemd – maar nooit saai.
Dus de volgende keer dat je in Italië bent (of gewoon in een goede slijterij in Nederland): sla die standaardfles over. Vraag om iets geks. Iets ouds. Iets waar je je tong nog drie keer over breekt. En proost dan op Italië – het land dat zelfs in een glaasje nog karakter heeft.