We denken vaak dat Italianen de hele dag pasta eten en wijn drinken. Klinkt heerlijk, maar zo werkt het niet helemaal. Italianen hebben een duidelijk eetschema, en wat ze eten hangt sterk af van het moment van de dag. Geen ontbijtburrito’s of avondmaaltijden om 18:00. Hier geldt: licht in de ochtend, uitgebreid in de middag, simpel maar smaakvol ’s avonds.
Dus: wat eten Italianen nou écht? En wat kun jij leren van hun ritme? Hier is de eetgids die je nodig hebt als je Italië niet alleen wilt proeven, maar ook begrijpen.
Ontbijt (colazione): klein, zoet en snel
Verwacht geen stapels brood, gebakken eieren of yoghurt met granola. Italiaans ontbijt is klein, licht en vaak zoet.
Typische opties:
Caffè – meestal een espresso of cappuccino
Cornetto – een luchtige croissant, vaak gevuld met room, jam of Nutella
Brioche – vergelijkbaar, maar wat zachter
Koekjes of beschuit – vaak doordeweeks thuis
Yoghurt of fruit – optioneel, maar niet standaard
Italianen ontbijten vaak staande aan de bar, in een café, met een snelle koffie en een cornetto. Ontbijt thuis is er vaak alleen op zondag, of als je kinderen hebt.
Let op: cappuccino drink je alleen vóór 11:00. Daarna is het espresso-tijd.
Lunch (pranzo): de hoofdmaaltijd van de dag
De lunch is in Italië heilig. Zeker op het platteland of in kleinere steden. Veel winkels sluiten tussen 13:00 en 15:00 zodat mensen kunnen lunchen. En dat is dan ook écht lunchen.
Typische lunch (thuis of in een restaurant):
Antipasto – voorgerechtje, zoals bruschetta, vleeswaren of kaas
Primo piatto – pasta, risotto of soep
Secondo piatto – vlees of vis, vaak met een bijgerecht
Contorno – groenten of salade
Dolce – een toetje, fruit of espresso
Niet iedereen eet dit hele schema elke dag, maar het idee is: warm, gevarieerd en zittend aan tafel. Zelfs op kantoren wordt vaak uitgebreid geluncht, vaak buiten de deur.
Thuis? Dan is het vaak pasta of risotto, met daarna een klein stukje vlees of vis en wat groenten. Brood op tafel, water of wijn erbij, en altijd een koffie achteraf.
Diner (cena): lichter, later, samen
Diner is belangrijk, maar niet zo zwaar als de lunch. Het wordt vaak pas rond 20:00 of zelfs later gegeten, vooral in het zuiden. En ja: Italianen eten laat, zelfs met kinderen.
Typische avondmaaltijd:
Soep of een lichte pasta
Gegrilde groenten, een omelet of wat kaas en brood
Een salade of restjes van de lunch
Grote vleesmaaltijden zijn zeldzaam ’s avonds, tenzij het een speciale gelegenheid is. Wat je vooral ziet: lange tafels, veel praten, delen en langzaam eten.
Kinderen schuiven gewoon aan, en vaak begint het met een aperitiefje voor de volwassenen — een glas wijn, spritz of Campari met wat nootjes of chips erbij.
Tussendoor (merenda & aperitivo)
Merenda is een snackmomentje in de middag, vooral voor kinderen. Denk aan een panino, stuk fruit of zoet gebak. Rond 16:00–17:00, als je maag begint te knorren.
Aperitivo is voor volwassenen: tussen 18:00 en 20:00 drink je een glas wijn, Aperol spritz of bittertje, met wat kleine hapjes erbij. In veel steden krijg je bij je drankje een heel buffet aan hapjes. Gratis. Dat is Italië.
Wat je níet ziet
Geen ontbijtgranen of yoghurtbakken met noten
Geen melk bij de lunch
Geen stapels vlees of saus ’s avonds
Geen eten op straat (behalve gelato of pizza op de hand)
Geen boter bij de pasta. Nooit. Stop daarmee.
Eten in Italië is geen haastklus. Het is ritueel, sociaal en ritmisch. Ontbijt is klein, lunch is de ster, diner is het moment om bij te praten. En dat allemaal met simpele, pure ingrediënten — zonder poespas.
Als je echt Italiaans wil eten, dan gaat het niet alleen om wat je eet, maar wanneer en hoe je het eet.